CLASSIFICATIE: NOMENCLATUUR - TAXONOMIE:
Onder nomenclatuur verstaat men: het systematisch benoemen van allerlei zaken. Wij beperken ons nu tot planten. Soms hebben planten dezelfde kenmerken en kan men ze dus in een bepaalde groep samenzetten.
Taxonomie: deze wetenschap houdt zich bezig met ordenen, beschrijven en naamgeven van planten. Taxon=eenheid of groep. Nomos=naam.
De taxonomie deelt de planten in, geeft ze naam en de nomenclatuur geeft ze de juiste naam. Het is de wetenschap van de classificatie.
Een indeling ziet er als volgt uit:
Plantenrijk
Afdeling: Magnoliophyta Magnoliophytina
Klasse: Magnoliatae Rosidae Comanae
Orde: Myrtales Myrtinae
Familie: Myrtaceae Juss.
Geslacht: Melaleuca L.
Soort: Melaleuca quinquenervia (Cav.)S.T.Blake
Enige begrippen:
*Cultivars: dit zijn door de mens veranderde planten. Ze ontstaan en worden in stand gehouden door de mens. De naamgeving van een cultivar is een fantasienaam en is de derde naam bv. Klotefonia lobola ‘Midori’ en wordt tussen enkelvoudige aanhalingstekens geplaatst.
*Cultuurplanten: planten die de mens teelt. Dit kunnen ook wilde planten zijn, die niet verschillen van hun wilde soortgenoten. Dit noemt men: een echte soort, een zuivere soort of botanische soort.
*Wilde planten: zoals ze in de natuur groeien, in het latijn aangeduid met species (in de natuur, maar ook gekweekt: er wordt niets aan veranderd.)
*Soortshybride: is een kruising tussen twee soorten. De genusnaam wordt geschreven + het x teken + een Latijnse collectieve aanduiding bv. magnolia x intermedia, een kruising tussen 2 magnolia’s.
*Geslachtshybride: is een kruising tussen twee of meer geslachten; vooraan wordt een x gezet en dan de naam X Cupressocyparis.
*wettige naam: mag niet in strijd zijn met de ICNCP (International code of nomenclature for cultivated plants). De oudste wettige naam is de juiste. Dit is de eerste naam die is gegeven vanaf 1753.
*Synoniem: is een andere wettige naam. Dit kan voorkomen als meerdere auteurs een plant een naam hebben gegeven zonder het van elkaar te weten. Dit kwam natuurlijk veel voor in de 18e en 19e eeuw. Er zijn dan 2 of meer wetenschappelijke namen voor een plant.
*Nomenclatureel synoniem of homotypisch synoniem: dit heeft hetzelfde type als de correcte wetenschappelijke naam. Voorbeeld: Pinus abies L. heeft hetzelfde type als Picea abies (L.) H.Karst. Als de laatste de correcte naam is, dan is Pinus abies L. een nomenclatureel of homotypisch synoniem. Als Pinus abies L. de correcte naam is dan is Picea abies (L.)H. Karst het nomenclatureel synoniem.
*Basionym: is een synoniem waarop een naam gebaseerd is. Een basionym bestaat niet op zichzelf. Het is altijd het basionym van…… Het is het synoniem van een geldige wetenschappelijke naam waarvan deze afgeleid is. Het kan de eerste geldige wetenschappelijke naam zijn waaronder een taxon beschreven is, maar dat hoeft niet altijd.
*Homoniem: dan is een en dezelfde naam aan twee planten gegeven en een homoniem is niet wettig.
Het plantenrijk is ingedeeld volgens de internationaal vastgelegde opvolging van rangorde volgens artikel 1-5 van de ICBN (Internationale Codes van de Botanische Nomenclatuur). In de aromatherapie worden alleen planten, bomen en struiken gebruikt en kunnen we dus volstaan met de familienaam, geslachtsnaam en soortnaam. Af en toe zal de term hybride daar dan nog bij komen, bijvoorbeeld bij Lavendel.
Enige veel voorkomende soortnamen voorkomend in de taxonomie:
Albus – alba – album wit
Communis – commune gewoon
Flavus – flava – flavum geel
Luteolus – lutela – luteolum geelachtig
Majus – major groot, groter
Minus – minor klein, kleiner
Niger – nigra – nigrum zwart
Officinalis – officinale gebruik in de geneeskunde, apotheek
Rubrum – rubra rood
Sativus – sativa – sativum gekweekt, geteeld
s.l. = sensu lato in ruimere zin, meerdere soorten
sylvestris – sylvestre bos-
tinctorius – tintoria – tinctorium verf
vulgaris – vulgare gewoon, normaal
Het is belangrijk om in de aromatherapie Latijnse namen te gebruiken, aangezien iedere taal zijn eigen benamingen kent voor bloemen, planten, struiken, bomen, enz.
Bijvoorbeeld zoete marjolein is Origanum majorana en Spaanse marjolein is Thymus mastichina.
Het is ook opletten geblazen bij Thymus.
Thymus capitatus = Spaanse oregano
Thymus mastichina = Spaanse marjolein
Thymus serpyllum = wilde tijm
Thymus vulgaris, aestivus, ilerdensis, webbianus, valentianus = gewone tijm
En dan heb je nog de Thymus vulgaris met de chemotypen: ct carvacrol, thymol, linalol, geraniol, thuyanol-4, terpineol, enz.
De chemische werkzame bestanddelen verschillen, de werking evenals de geur. Hetzelfde verschijnsel zien we ook bij Rosmarinus officinalis en de ct’s en bij Salvia officinalis.
Ook de Chammomilla families hebben synoniemen, aangezien ze door de eeuwen heen gebruikt zijn en het ene oude geschrift dit gebruikte en het andere geschrift dat: Roomse kamille: Anthemis nobile of Chamaemelum nobile
Duitse kamille: Matricaria recutita of Matricaria chamomilla
Marokkaanse kamille: Anthemis mixta of Ormenis multicaulis.
De chemische bestanddelen verschillen ondanks dat er ook overeenkomsten zijn en ook qua geur, kleur en therapeutisch gebruik verschillen ze. De Marokkaanse wordt door sommigen beschouwd als het zwarte schaap, alhoewel dat per individu natuurlijk niet zo hoeft te zijn.
Ook de citrus oliën kunnen ons verwarren.
De zoete sinaasappel is de Citrus aurantium var. sinensis, de bittere echter de Citrus aurantium var. amara. Ook belangrijk is: welk deel is voor de olie gebruikt: de schil, de bladeren of de bloemen.
Bij het bestellen van olie is het belangrijk om correct te classificeren. Bestel je bij je leverancier Helicryse, wat zal hij je dan sturen, tegen welke prijs ?: Helichrysum arenarium, stoechas, italicum, angustifolium of orientale. Vergeet niet dat allen een verschillende werking hebben alhoewel met overeenkomsten natuurlijk. Ook de prijzen zijn verschillend.
Iedere individuele plant, bloem, boom of struik is een soort of geslacht. Op elkaar gelijkende soorten zijn verbonden in een genus en op elkaar gelijkende genera vormen families. In wetenschappelijke notities is de eerste letter van de genus een hoofdletter maar niet de naam van de soort, bijvoorbeeld Eucalyptus bracteata en Corymbia citriodora. Een hybride of bastaardvorm wordt aangegeven met een X, bijvoorbeeld Mentha x piperita is een hybride vorm van Mentha spicata en Mentha Aquatica.
Met deze Latijnse classificatie kan men ook zien wat de veiligheid en het gebruik van de olie is, bijvoorbeeld Ocimum basilicum var. album (Europa of zoete basilicum) heeft een lager percentage aan fenolische esters dan Ocimum basilicum var. Basilicum (exotische basilicum). De eerste is daarom veiliger in het gebruik dan de laatste.
Ook synoniemen komen voor: Eugenia caryophyllata en Syzigiyum aromatica.
In de 4e eeuw voor Christus begon Theophrastus de planten te ordenen volgens morfologische kenmerken. De morfologie is de leer van de vorm en de bouw van planten en de organen.
In de middeleeuwen worden ze geordend volgens de geneeskrachtige werking in de zogenaamde kruidenboeken.
In de zestiende eeuw is de ordening weer volgens de morfologie.
De vader van de Taxonomie, de wetenschap van de classificatie van levende en bestaande organismen, was Carl Linnaeus 1707-1778, of Carl von Linne of Carolus Linnaeus. De L. achter vele latijnse namen is de afkorting voor Linnaeus senior. Zijn zoon, ook Carl geheten en ook een botanicus, heeft als afkorting L.f., maar komt niet zo veel voor als zijn vader. Linnaeus ordent de planten naar het aantal en de bouw van meeldraden en stampers en aldoende ontstaat de binaire nomenclatuur. De plant krijgt twee namen de salix of geslachtsnaam of genus met een hoofdletter en de matsudana of soortnaam of triviaalnaam met een kleine letter. Bij een cultivar komt er nog een naam bij
In de achttiende eeuw speelt de evolutieleer van Darwin een rol. In 1859 schrijft hij The origin of species en dan wordt verwantschap tussen planten de basis voor de indeling.
Men zou denken dat Linnaeus de hele wereld over reisde maar Senior haalde zijn medische titel in Nederland, deed een ethnografische expeditie naar Lapland en verbleef verder in zijn thuisland Zweden. Hij stuurde er horden studenten op uit. Daniel Carl Solander was de natuurkundige op Cook’s wereldreis en bracht de eerste planten mee uit Australië en de Zuidelijke Pacific. Anders Sparrman begeleidde Cook op zijn tweede reis. Pehr Kalm bezocht Noordoost-Amerika voor drie jaar. Carl Peter Thunberg bestudeerde de flora van Japan. Andere studenten bezochten Zuid-Amerika, Zuid-oost Azië, Afrika en het Midden Oosten. Aangezien het het midden van de 18e eeuw was, overleden helaas vele studenten op hun reizen.
De grote waarde van Linnaeus was dat hij de namen vereenvoudigde. Hij gebruikte consequent twee namen, een Latijnse naam voor de genus en een voor de species. Namen gegeven vóór Linnaeus d.w.z. voor 1753 zijn daarom meestal niet rechtsgeldig wat betreft de regels van de nomenclatuur. Het nalatenschap van Linnaeus is opgenomen in de Linnaeus Society of London.
De ICBN de international code of botanical nomenclature regelt de naamgeving van in de natuur voorkomende planten en van wilde planten die in cultuur zijn genomen, maar niet van hun wilde soortgenoten verschillen.
De ICNCP de International Code of Nomenclature for Cultivated Plants regelt de naamgeving van cultivars en hybriden, cultuurplanten.
Er zijn veel verschillende gedistingeerde schrijvers van plantnamen. Niet Philip Gottfried Gaertner 1754-1825 of Carl Friedrich von Gaertner 1772-1850, maar Joseph Gaertner 1732-1791 gaf Melaleuca viridiflora zijn naam aan de hand van species die verzameld waren door Joseph Banks 1743-1820 en Daniel Carl Solander 1733-1782 studenten van Linnaus Senior op de eerste reis van Cook naar Australië in 1770. Andere schrijvers benoemde de species als Melaleuca leucadendron, Cajeput ?
Aan de hand van verschillen in chemische compositie van Melaleuca viridiflora species die op verschillende locaties groeiden, stelden Baker en Smith twee nieuwe species vast: Melaleuca maidenii en M. smithii. Penfold en Morrison deelden echter weer de mening van Cheel en White dat dit geen onderscheiden species waren, maar nauw verwant aan de Melaleuca viridiflora. Volgens hen echter rechtvaardigde de chemische samenstelling de benoeming van 2 chemotypen, één gelijk aan die van cajeput (met cineol en a-terpineol) en het andere type met nerolidol en/of linalol.
De tientallen jaren daarna, werd Niaouli benoemd als Melaleuca viridiflora, - leucadendron var. viridiflora, Metrosideros quinquenervia, Melaleuca smithii, - maidenii en nog vele anderen.
In 1968 bekrachtigde, of legaliseerde Stanley Thatcher Blake 1910-1973 de naam Melaleuca quinquenervia, die eerder al gesuggereerd was door Antonio-Jose Cavanilles 1745-1804.
Volgens Blake in The Queensland Herbarium no.1 is de naam Melaleuca viridiflora verkeerd weergegeven als Melaleuca quinquenervia, wat volgens hem een geheel andere species is en wordt dit vooral buiten Australië nog gehanteerd.
Allemaal zeer verwarrend, terwijl bovendien Mark Webb in zijn boek ook nog eens quinquinervia schrijft in plaats van quinquenervia.
Ik heb onlangs nog Australische oliën ontvangen met de volgende classificaties:
Melaleuca quinquenervia S.T. Blake. Niaouli ct. 1,8-cineol 60.2%.
Melaleuca quinquenervia (Cav.) S.T. Blake ct. Nerolidol/linalool met linalool 53.4% en E-nerolidol 35.1%. Nerolina.
Melaleuca ericifolia Smith. Rosalina 1,8-cineol 30.3%, linalool 40%.
Melaleuca alternifolia Maiden & Betche Cheel. Premium grade tea tree 1,8-cineol 2.7%, terpinen-4-ol 39.3%,
Het laatste woord zal hier nog niet over gevallen zijn en tot beter weten zal ik me voorlopig aan bovenstaande classificaties houden.!!
Blijft natuurlijk het feit bestaan dat niaouli een prachtige olie is voor behandeling van luchtwegen en urinewegen en huidbeschermend bij bestralingen.
Nieuw: Melaleuca viridiflora Soland ex Gaertner – Niaouli.
Dit is geen synoniem van of voor Melaleuca quinquenervia (Cav.) S.T.Blake, maar een eigen soort met zeven spcies.
Enige synoniemen:
Cajuputi viridiflora A. Lyons
Mlaleuca cunnunghammii Schauer
Melaleuca leucadendra var. Viridiflora (Sol ex Gartn.) Cheel
Melaleuca viridiflora var. canescens Byrnes. E.a.
Melaleuca quinquenervia (Cav.)S.T.Blake ct. Nerolidol/linalol – Nerolina.
Melaleuca quinquenervia (Cav.)S.T.Blake ct. Cineol/viridiflorol – Niaouli.
Basionym (correcte oorspronkelijke naam): Metrosideros quinquenervia Cav.
Enige synoniemen:
Melaleuca maidenii R.T.Baker
Melaleuca leucadendra var. Albida Cheel
Melaleuca smithii R.T.Baker
Melaleuca viridiflora var.Rubriflora Brongn. & Gris.e.a.
Melaleuca leucadendra (L.)L. (Cajuputi) – Cajuput:
Let op:
De veel gebezigde naam Melaleuca leucadendron bestaat niet in de Australische nomenclatuur (misschien wel in andere nomenclaturen uit het oosten ?).
Leptospermum petersonii F.M.Bailey – teatree/citroen wordt ook wel mirte/citroen genoemd, maar waar dat vandaan komt is mij niet duidelijk.
Synoniem:
Leptospermum citratum 1918 Challinor Cheel & A.R.Penfold
Leptospermumflavescens var. citratum J.F.Bailey & C.T.White
Er zijn grofweg 2 soorten: de een met een percentage tot 60% citronellal en de ander met tot 60% of meer citral.
Leptospermum liversidgei R.T.Baker & H.G.Smith – teatree/citronella
Synoniem:
Leptospermum flavescens var. citriodorum F.M.Bailey
Leptospermum polygalifolium var, citriodorum (Bailey) Domin.
Myrthus communis L. – mirte/mirt.
Heeft verschillende ct’s: pineen – cineol (groene mirt) – myrtenylacetaat (rode mirte). Ik betwijfel echter of je de ct. cineol wel mirte/citroen mag noem,en. Volgens mij niet.
Namelijk:
Mirte/citroen = Backhousia citriodora F.Muell, de olie met het hoogste percentage citral die bekend is nl. tot 98%.
Inheems wordt de boom Lemon scented myrtle tree of Lemon ironwood tree genoemd, dus dat verklaart de naam wel.
Mirte anijs = Backhousia anisata J.Vickery = geworden Anetholea anisata.
Mirte cinnamon = Backhousia myrtifolia Hook & Harvey.
Ook kun je soms puzzelen bij de Pinaceae, de dennenfamilie.
Die omvat 7 genera:
1. Abies: alba of pectinata, balsamea of balsamifera of Pinus balsamea, sibirica.
2. Cedrus: libani, deodora of deodorata, atlantica.
3. Larix: decidua
4. Picea: abies of excelsa, glauca of alba of canadensis
5. Pinus: mugo of montana of pumilio, nigra, palustris, pinaster soland, radiata,
sylvestris.
6. Pseudotsuga: menziesii, glauca
7. Tsuga: canadensis of Pinus canadensis of Abies canadensis.
Alle Pinussoorten leveren terpentijn.
Sparrenolie wordt gemaakt van Picea nigra of mariana, Picea abies en de Picea glauca.
Dennenolie wordt gemaakt van de talrijke dennensoorten, evenals dennennaaldenolie.
Ook de origanumfamilie kan problemen opleveren:
Origanum vulgare = oregano
Origanum marjorana = marjolein of marjoraan
Origanum heracleoticum = Griekse of Italiaanse oregano
Origanum compactum bentham = oregano
*Callitris columellaris is gesplitst in Callitris columellaris, Callitris glaucophylla en Callitris intratropica.
*Indien twee botanici onafhankelijk van elkaar species beschrijven, prevaleert de oudste naam, bv. Eucalyptus camaldulensis beschreven door Dehnhard in 1832 tegenover Eucalyptus rostrata Schlidl beschreven in 1847. E. rostrata wordt dan vermeld als synoniem.
*Eucalyptus citriodora (een subgenus van Corymbia) is veranderd in Corymbia citriodora, aangezien een nieuw genus is afgescheiden van Eucalyptus.
*Backhousia anisata is veranderd in Anetholea anisata door het afsplitsen van een nieuw genus.
Terpinen-4-ol vormen van Melaleuca alternifolia, M. dissitiflora en M. linariifolia zijn identiek in hun chemische compositie. Alle drie zijn ze opgenomen in de International Standard Iso 4730 Melaleuca terpinen-4-ol type.
*Melaleuca cajuputi Powell ssp. Cajuputi
Synoniem: Melaleuca minor Sm. En vele anderen.
*Melaleuca ericifolia Sm.: d-linalool hoofdbestanddeel.
*Melaleuca quinquenervia (Cav.) S.T. Blake
Synoniemen: M. viridiflora var. Rubriflora (Brongn & Gris)
M. leucadendron (Brongn & Gris) Guill.
M. maideni R.T. Baker
M. smithii R.T. Baker
M. viridiflora Sol. Ex Gaertn. (foutief)
*Melaleuca uncinata: 1,8-cineol.
*Melaleuca viridiflora in cineol vorm is foutief, dit moet zijn M. quinquenervia, (de
niaouli olie van Nieuw Caledonië). In Noord Australië groeit een echte M. viridiflora Sol. Ex Gaertner, maar deze wordt nog niet commercieel geproduceerd.
Van de Eucalyptus worden tientallen oliën geproduceerd. De bekendste zijn: smithii – radiata – polybractea – globulus – dives – camaldulensis en Corymbia citriodora.
*Leptospermum liversidgeii, synoniemen:
L. flavescens var. citriodorum Bailey
L. polygalifolium var. citriodorum (Bailey) Domin.
*Leptospermum petersonii, synoniemen:
L. citratum R.W. Challinor Cheel & A.R. Penfold
L. flavescens var. Citratum J.F. Bail & T.C. White
*Melaleuca alternifolia (Maiden & Betche) Cheel
Synoniem: M. linariifolia var. alternifolia Maiden & Betche
Aanvullingen:
1995 Systematic studies in the eucalypts.7. A revision of the bloodwoods, genus Corymbia (Myrtaceae). Telopea 6(2-3) Kill, K.D. & Johnson, L.A.S. 1995.
111 Specis van de Eucalyptus gingen over naar de genus Corymbia. Van belang voor de aromatherapie zijn:
Eucalyptus citriodora (Hook.) = geworden: Corymbia citriodora (Hook.) K.D.Hill & L.A.S. Johnson.
Basionym: Eucalyptus citriodora Hook
Nomenclatureel synoniem: Eucalyptus maculata var. Citriodora (Hook.) F.M.Bailey.
Nomenclatureel synoniem: Eucalyptus mellissiodora Lindl.
Synoniem: Eucalyptus citriodora Hook.
Eucalyptus maculata = geworden: Corymbia maculata (Hook.)K.D.Hill & L.A.S.Johnson. (hout waarvan de didgeridoo wordt gemaakt, heeft ook een lichte citroengeur).
Basionym: Eucalyptus maculata Hook
Synoniem: Eucalyptus maculata Hook.
In 1983 J. Thompson Redifinitions and nomenclatural changes within the Leptospermum suballiance of Myrtaceae. Telopea 2 (4):379.
Leptospermum ericoides A.Rich = geworden: Kunzea ericoides (A.Rich.)Joy Thomps.
Basionym: Leptospermum ericoides A.Rich
Synoniem: Baeckea phylicoids Schauer.
Bronnen: APNI. Australian Plant Name Index
IBIS. Integrated Botanical Information System
ANBG. Australian National Botanic Gardens
ANH. Australian National Herbarium
Taxonomy, Asamara Botane en Rob Stitt
Wikipedia eng., de., nl.
AGORA Aromatherapy Global Online Research Archives: Taxonomy.
André Gielen. ©®Copyright en registratie notaris. Lith 2001 – maart 2007.