Liquidambar styraciflua
LIQUIDAMBAR STYRACIFLUA L. 1753 - AMBERBOOM/STORAX/SWEET GUM/RED GUM
Familie: Hamamelidaceae.
Synoniemen: Liquidambar gummifera Salisb. 1796
Liquidambar barbata Stokes 1812
Liquidambar macrophylla Oersted 1863
Liquidambar styraciflua var. mexicana (L.) Oersted 1863
Liquidambar styraciflua suberosa Schwerin 1933.
Inheems in Centraal- en Oost Amerika, Guatamala, Mexico. (Zuid Florida, Oost Texas, Oklahoma, Connecticut, Zuid Illinois).
Alle species van de Liquidambar en aanverwante families (Altingia) leveren storax, maar belangrijk en gewaardeerd door de handel is de storax van de L. orientalis Miller.
De Amerikaanse species is de L. styraciflua L. De Liquidambar orientalis Miller is de species die in Klein Azië en Europa voorkomt. Beide komen voor in farmaceutische producten en worden gebruikt als stimulant, expectorant en antisepticum. De balsemieke afscheiding heeft een prettige benzoïne geur en smaak, bitter en doordringend. Oplosbaar in alcohol, chloroform, ether, olie, dierlijke vet en vetten, wordt zacht in warm weer en vaster in koud weer. De bladeren bevatten tanninen en een beetje volatiele olie.
Storax komt van het Arabische woord asisitirax dat betekent: zoet geurende afscheiding. Styraxiflua betekent: vloeiende storax.
De Amerikaanse species werd pas gedocumenteerd in de 17e eeuw, in een werk van de Spanjaard F. Hernandez in 1651 uitgegeven, waarin hij de boom beschrijft als grote boom, die een geurige gom levert, vloeibare amber, waar de naam dan ook vandaan komt. In Ray’s Historia Plantarum in 1686 als Styrax liquida benoemt. Geïntroduceerd in Europa in 1681 door John Banister, een missionaris, uitgezonden door Bisschop Compton die de boom in de paleistuinen van Fulham plantte.
In de Amerikaanse burgeroorlog gebruikt om diarree en dysenterie te behandelen. Inheemse Amerikanen kauwden de gum om de zoete smaak en mengden de schors met andere stoffen om thee te maken. Met vet maakten ze een zalf tegen snijwonden en kneuzingen, huidproblemen, aambeien en ringworm. De wortels werden gebruikt tegen koorst, diarree, dysenterie en huidproblemen.
Tegenwoordig komt de farmaceutische gebruikte storax uit Turkije en Honduras, de Amerikaanse storax wordt gebruikt in sigaretten, snoep, soda en kauwgum. Vroeger was de hars een bestanddeel van schoenpoets.
De Storax, de aromatische resin komt uit de stam van de boom, gevormd in holten van de schors of bast en kan ook natuurlijk vloeien. In warme streken vloeit er een wit-gelige, wat vet sap uit de gemaakte incisies. Het heeft de dichtheid van een dikke siroop. Door het te laten staan wordt het een zachte, resinoïde-achtige plakkerige massa, die lijkt op witte terpentijn, maar dan niet doorschijnend en bijna zwart. Soms wordt het ook hard en breekbaar.
De oogst is in de herfst. De productie wordt gestimuleerd door de bast te kloppen in de lente. De resin wordt medicinaal, gebruikt, in de parfumindustrie, in zeep en wordt gekauwd, ook om de tanden schoon te maken.
In de volksgeneeskunde een onderdeel van producten tegen verkoudheid en huidziekten. Het roodbruine hout wordt gebruikt voor fineer en meubels, kratten, kisten, radio- en televisiemeubels, vaten, kabinetten en om interieurs af te werken. Ook gebruikt als pulp voor fijn papier. Het hout kan goed gepolijst worden en wordt gebruikt als vervangingsmiddel voor noten-, kersen-, of mahoniehout. Het hout is niet geschikt voor buitenwerk.
Habitat: bosland, moeras, soms in het water. Solitaire boom in gazons, parken, bij grote vijvers. Hij heeft veel licht nodig en een voedingsrijke, licht zure goed gedraineerde grond. Hij heeft het liefst open grond en geen onderbeplanting. Hij heeft geen last van ziekten maar wil niet graag verplant worden.
Het is een boom tot 40 meter of hoger, een omtrek van 1-1,5 meter, met een grijs bruine, diep gegroefde schors en aromatische bladeren. Hij is bladverliezend. In het begin is de kruin smal en kegelvormig, op leeftijd is de kruin breed en gewelfd. De bladeren zijn diep ingesneden en staan op lange stelen en de randen zijn gezaagd. Aan de bovenkant zijn ze glanzend donkergroen en hebben fijne haartjes in de hoeken van de bladnerven. Als de aromatische bladeren gekneusd worden kleuren ze karmozijn- tot donkerrood in de herfst. Oudere bomen hebben takken met markante gevleugelde kurklijsten. De bloemen verschijnen in mei, vijflobbige bloemen in stervorm met zaagvormige randen. Eenhuizig: mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant. De mannelijke bloemen zijn bleekgroen, de vrouwelijke geelgroen. De vruchten, 3 cm en rond blijven vaak gedurende de hele winter aan de bomen zitten. Ze zitten in capsules in trossen met ieder een of twee gevleugelde zaadjes. In de herfst heeft de boom prachtige kleuren: geeloranje, wijnrode of dieppurperen bladeren.
Andere soorten:
Treurvorm: forma pendula, heeft hangende takken.
L. formosana var. monticola is inheems in het Zuidwesten van China. Hij wordt 20 meter hoog. In onze regio is hij vorstbestendig.
Werkzame bestanddelen:
Nauw verwant aan de storax van de L. orientalis.
Cinnamic acid met een opbrengst van 5,5% .
Destillatie van de halfvaste stof leverde 1,5% styrol, een hyrocarbon met een typische aromatische geur. Extractie van de Sweet gum met petroleum leverde cinnamic acid en styracine (cinnamyl-cinnamaat). (Bonastre 1827).
Stoomdestillatie van de resin styrol en een met zuurstof verrijkte olie gaf in het residu cinnami acid met een smeltpunt van 133°C. Geen benzoic acid. Wel styracine, in prachtige kristallen met een smeltpunt van 44°C en een dikke gele olie, bestaande uit phenyl-propyl-cinnamaat. Geen ethyl- en benzyl esters Ook storesine werd gevonden. In de sweet gum zit ongeveer 10% vervuilingen, schors en andere vervuilingen.
Werkzaamheid:
Bij mijn weten wordt er geen etherische olie van geproduceerd.
De resin is: antiseptisch – adstringent – carminatief – diuretisch – expectorant – parasiticide – sedatief – stimulant – wondhelend. Als papje in kompressen en zalf met schapen-, runder-, of varkensvet. De resin wordt gekauwd bij keelpijn – hoesten – astma – cystitis – dysenterie, enz. Uitwendig gebruikt bij aambeien – steenpuisten - wonden – zweren – ringworm – schurft enz.
Wordt in commerciële balsems gebruikt tegen hoest, verkoudheid, keelpijn, enz.
Van de bast, wortels, bladeren worden infusies, aftreksels, zalven, enz. gemaakt tegen wonden, snijwonden, kneuzingen, verrekkingen, huidproblemen veroorzaakt door wormen, tegen koorts (eikenmos of Spaans mos van de boom), als diaphoreticum, diarree, dysenterie, in schapen of koeienvet als zalf tegen wonden, zweren, steenpuisten, enz., infusies tegen nervositeit, als sedatief, gynaecologisch een infusie tegen bloedingen, enz.
De gom is eetbaar.
Contra indicatie:
Mogelijk huidirritant en sensibiliserend. Niet voor zwangere. Xi irritant, sensitiserend zijn cinnamaldehyde <1.1% en cinnamylalcohol <54%.
Veligheid: MSDS. Storax olie.
Cas no. 8024-01-9. Vlampunt >100 graden C.
Xi-Xn-N: irritant voor ogen en huid; schadelijk bij ingestie; niet in het milieu afvloeien: grondwater, water, grond. Oogcontact: 15 minuten spoelen met overvloedig water, evenals de huid. Bij ingestie de mond spoelen en een arts waarschuwen. Verwerken met beschermende kleding.
Oplosbaar in alcohol, vette olie, niet in water.
Bron: Liquidambar styraciflua L. by Michael Bond, botanist.
Amberboom: www.stemderbomen.nl
USDA Plants profile for L. styraciflua L.
New York Metropolitan Flora: Liquidambar styraciflua; Sweet gum. By Steven D. Glenn &
Angela Steward.
Wikipedia nl., eng., de.
Liquidambar styraciflua L. www.na.fs.fed,us
Plants for a future: edible, medicinal and useful plants for a healthier world. Liquidambar
styraciflua L. – Sweet gum.
Henriette’s Herbal Homepage. King’s American Dispensatory: Liquidambar – Sweet gum.
By Harvey Wickes Felter, M.D. and John Uri Lloyd, Phr. M., Ph. D., 1898.
Cherokee Plants and their uses. Hamel Paul B. and Mary U. Chiltoskey 1975.
Henriette’s Herbal Homepage L. styraciflua L. Hamamelidaceae.
Foto: www.foroantiguo.infojardin.com
www.openbaargroen.be
www.hrt.msu.edu
www.floridanature.org
www.behrend-gartenpflanzen.de
www.humanflowerproject.com
www.ruhr-uni-bochum.de
©®Copyright en registratie notaris. André Gielen 2001 – december 2007
Previous page: Liquidambar orientalis
Next page: Litsea cubeba